2. FOKREGELS
KR: Artikel VIII.2 in samenhang met de regels van de vereniging.
2.1. Niet toegestane combinaties:
Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar zoon of
haar kleinzoon.
Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden
ingeschreven ( Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR).
2.2 Herhaalcombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal 3 maal toegestaan
2.3 Minimum leeftijd reu:
De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 12 maanden zijn
2.4. Aantal dekkingen:
De reu mag een onbeperkt aantal geslaagde dekkingen per kalenderjaar verrichten met een
onbeperkt aantal geslaagde dekkingen gedurende zijn leven.
Als een geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen
en ingeschreven in het NHSB.
NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB
(Artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.
NB 2: Indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als
een ‘dekking’.
2.4.1 De eigenaar van een dekreu zal zijn reu alleen ter dekking geven aan teven, die voldoen aan
dit VFR. De eigenaar van de reu en de eigenaar van de teef zullen beiden een dekverklaring
ondertekenen opgesteld door de NBC.
2.5. Cryptorchide en monorchide:
Cryptorchide en monorchide reuen zijn uitgesloten voor de fokkerij.
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen:
Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu
wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door
de vereniging gesteld worden.
Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal
aan de volgende voorwaarden te voldoen.
a. De reu moet zijn ingeschreven in een buitenlands stamboek van een FCI land, of een land dat
door de FCI is erkend;
b. De uitslag van de in het betreffende land uitgevoerde gezondheidsonderzoek en de kwaliteit
van het onderzoek dienen vergelijkbaar te zijn met de onderzoeken zoals deze door de
vereniging in dit VFR zijn opgenomen
c. De uitslag van de in het betreffende land uitgevoerde karaktertesten en de kwaliteit van de test
dienen vergelijkbaar te zijn met de testen zoals deze door de vereniging in dit VFR zijn opgenomen
2.7. Kunstmatige inseminatie: (sperma van levende en/of overleden dekreuen)
Als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden
dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit VFR alsof het een natuurlijke dekking van
de dekreu betreft.
3. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR)
3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 16 maanden heeft bereikt.
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de
leeftijd van 60 maanden heeft bereikt.
3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet gedekt worden na de dag waarop zij de
leeftijd van 84 maanden heeft bereikt.
3.4. Een teef mag niet worden gedekt na de dag waarop haar vijfde nest is geboren.
3.5. Een teef mag niet worden gedekt binnen 10 maanden na de dag van een dekking voor een vorig
nest van die teef.
3.6. Een teef mag niet worden gedekt binnen 24 maanden na de dag van de dekking voor een voor
vorig nest van die teef.
4. GEZONDHEIDSREGELS
4.1. Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren:
Preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om: HD onderzoek, ED onderzoek,
oogonderzoek en doofheidonderzoek, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de
Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgesteld en/of
goedgekeurde onderzoeksprotocollen.
4.2. Verplicht screeningsonderzoek:
Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het
ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vóór de dekking onderzocht worden op:
 HD
 Spondylose (Deze foto's dienen te worden opgestuurd naar en beoordeeld door daartoe door
de NBC aangewezen artsen/specialisten.)
 Hart (echodopplertest) (dit onderzoek moet plaatsvinden door een arts aangesloten bij het
Collegium Cardiologicum of door een europees erkend cardioloog specialist )

4.3. Aandoeningen:
Met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.
 HD-D en hoger
 Epilepsie
 Aangeboren doofheid of blindheid
 Nierproblemen
 Hart 3 en hoger
4.3.1 Uitzonderingsbepalingen waarmee gefokt mag worden:
 HD-C is alleen toegestaan in combinatie met HD-A
 Hart 2 alleen in combinatie met Hart 0
4.4 Diskwalificerende fouten:
Met honden met één of meer van de onderstaande diskwalificerende fouten mag niet worden gefokt.
 Knikstaart
 Hazenlip
 Albinisme/Witte Boxers
5. GEDRAGSREGELS
5.1. Karaktereisen:
Beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn
beschreven.
5.2. Verplichte gedragstest: de beide ouderdieren moeten voor de eerste dekking met goed gevolg de door
de rasvereniging erkende gedragstest hebben afgelegd.
5.3. Ouderdieren geboren na 01-01-2014 dienen een fokgeschiktheidskeuring als bedoeld in art 7.2 van dit
V.F.R. met goed gevolg te hebben afgelegd.
Voor buitenlandse reuen geldt art 2.6 van dit V.F.R
6. WERKGESCHIKTHEID
6.1. Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidstest niet van toepassing.
6.2. Een werkgeschiktheidstest conform het FCI IPO wordt aangeraden doch is niet verplicht gesteld.
7. EXTERIEURREGELS
7.1. Kwalificatie: beide ouderdieren moeten minimaal twee keer hebben deelgenomen aan een door
de Raad van Beheer en/of FCI gereglementeerde expositie en daar minimaal de kwalificatie Zeer
Goed op elke expositie te hebben behaald.
7.1.1 Bij het vorige lid geldt het volgende: Ouderdieren geboren vòòr 01-01-2014 en niet in het bezit van een
FGK/ZTP certificaat, moeten minimaal twee maal de kwalificatie “ZEER GOED” (ZG) of een maal de
kwalificatie “Uitmuntend (U) behaald hebben op een Nationale (CAC) Internationale (CACIB)
tentoonstelling of op een speciale Clubmatch van een buitenlandse Boxerclub of Minimaal eenmaal de
kwalificatie Zeer Goed (ZG) behaald op de Kampioenschapsclubmatch van de Nederlandse Boxer Club.
7.2. Fokgeschiktheidskeuring: Beide ouderdieren moeten minimaal hebben deelgenomen aan een
fokgeschiktheidskeuring georganiseerd door de rasvereniging en daar minimaal de kwalificatie
zoals in het volgende lid is opgenomen hebben behaald
7.2.1 Hierbij geldt dat Ouderdieren geboren na 01-01-2014 een Fokgeschiktheidskeuring met goed gevolg
dienen te hebben afgelegd conform de Zuchttaugglichkeitsprüfung (ZTP) als vastgesteld door de
Boxerklub München Ev OF een fokgeschiktheidskeuring (F.G.K) conform het hiervoor bedoelde ZTP
doch zonder het onderdeel ”verdedigingsdienst”.
8. REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS
8.1 Ontwormen en enten:
De fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare
veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort
voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen
voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
8.2 Aflevering pups:
De pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van minimaal 7 weken. Tussen
de eerste enting en de overdracht van de pup aan de nieuwe eigenaar moet minimaal 7 dagen
zitten.
8.3 Voor pupbemiddeling komen alleen in aanmerking de nesten die aan het V.F.R voldoen en waarvan de
fokker het V.F.R formulier heeft ondertekend.
8.4 De fokker dient 2 jaar lid te zijn van de vereniging om voor pupbemiddeling in aanmerking te komen.
8.5 De fokker verplicht zich tot het invullen van de dekaangifte binnen 3 weken na de dekking en stuurt deze
op naar fokkerszaken.
8.6 De fokker dient de koopovereenkomst conform het model van de NBC (te downloaden via de
website) bij aflevering van de pup volledig ingevuld te overhandigen en te ondertekenen.

Voor meer info kijk dan op www.nederlandseboxerclub.nl

Maak jouw eigen website met JouwWeb